
Tabaksschuren uit de 17e/18e eeuw en een (deel van een) laatmiddeleeuws erf, dat heeft het archeologisch onderzoek langs de Energieweg te Amersfoort opgeleverd. In opdracht van Movares/Rijkswaterstaat voert BAAC voor het Project knooppunt Hoevelaken (A28/A1) grootschalig archeologisch onderzoek uit. Op maar liefst 80 plaatsen worden proefsleuven aangelegd om na te gaan of in de bodem nog archeologische resten aanwezig zijn.
Bij het proefsleuvenonderzoek langs de Energieweg in Amersfoort was dit inderdaad het geval. Hier zijn resten van een erf uit de late middeleeuwen en van 17e/18e eeuwse tabaksschuren gevonden. Er is daarom besloten het archeologisch onderzoek uit te breiden en de zone in z’n geheel op te graven. De afgelopen twee weken hebben archeologen van BAAC deze opgraving uitgevoerd waarbij alle sporen zijn gedocumenteerd. Het werk is inmiddels bijna afgerond en heeft honderden sporen uit de periode 13e tot en met 18e eeuw opgeleverd. Het gaat o.a. om kuilen, paalkuilen, greppels en waterputten.
De sporen sluiten naadloos aan op de resultaten van een opgraving die door de gemeente Amersfoort aan de zuidkant van de Energieweg is uitgevoerd. Hierbij werd een boeren erf uit de 13e-14e eeuw gevonden met een erfgreppel eromheen. Het vervolg van deze greppel is bij de opgraving van BAAC in kaart gebracht. Het volledige erf is nu onderzocht, met uitzondering van een stukje onder de weg.

Afbeelding van het drogen van tabaksbladeren in een tabaksschuur op de Utrechtse Heuvelrug (bron: https://hetutrechtsarchief.nl/beeldmateriaal/detail/99c5b11a-1710-51fc-bca0-76385c574ff3).
De paalkuilen die zijn aangetroffen, zijn voornamelijk van tabaksschuren. Deze hebben hier in de 17e en 18e eeuw gestaan. Tabaksschuren zijn grote schuren (20-40 m lang) die werden gebruikt om tabaksbladeren in te drogen. De schuren hadden een dak met pannen, waarvan er tijdens het onderzoek vele werden teruggevonden. Tabaksteelt heeft in de 17e en 18e eeuw volop in de omgeving van Amersfoort plaatsgevonden. De zonnige zuidelijke hellingen van de Utrechtse Heuvelrug waren uitermate geschikt voor de teelt van tabak. Ongeveer 300 jaar floreerde de tabaksteelt hier om daarna weer te verdwijnen. In de 19e eeuw nam de sigaar in populariteit toe en de hier geteelde tabak was minder geschikt om sigaren van te draaien. Ook werden steeds meer tabaksbladeren vanuit Amerika geïmporteerd. In de loop van de 19e eeuw werden de meeste tabaksschuren daarom afgebroken of verbouwd tot opslag- of veeschuren.
In De Stentor is een artikel over het onderzoek geplaatst, waarbij de werkzaamheden door Rob ter Bekke Fotografie in beeld zijn gebracht.