In het plangebied Middelweggebied te Leersum (provincie Utrecht) heeft BAAC een archeologische opgraving uitgevoerd. De reden voor het archeologisch onderzoek was de geplande nieuwbouw van een aantal woningen. Tijdens eerder onderzoek op deze locatie waren aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van meerdere huisplaatsen uit de ijzertijd. Tijdens de opgraving zijn tot verrassing van de onderzoekers niet alleen bewoningsresten uit de ijzertijd gevonden, maar ook uit de vroege bronstijd, Romeinse tijd en Merovingische tijd. Daarnaast is sprake van enkele losse vuursteen- en aardewerkvondsten uit het laat-neolithicum tot de (vroege) bronstijd.

De oudste sporen op het terrein dateren uit de vroege bronstijd en bestaan uit enkele kuilen. In één van deze kuilen werd zowel aardewerk van de Wikkeldraadbekercultuur als de Hilversumcultuur gevonden hetgeen niet vaak voorkomt in Nederland.

Uit de vroege tot midden-ijzertijd stammen twee erven. Erf 1 bestaat uit een huis van het type Een met ten zuiden daarvan drie grote bijgebouwen en enkele kuilen. Erf 2 uit dezelfde periode bestaat uit een groot bijgebouw of huis met daaromheen een groot aantal spiekers.

In latere eeuwen schoof de bewoning in zuidwestelijke richting op: er is dan sprake van een zwerm spiekers uit de late ijzertijd tot vroeg/midden- Romeinse tijd (erf 3). Van erf 4 uit dezelfde periode zijn slechts twee zespalige spiekers teruggevonden. Ten zuiden daarvan zijn een erf uit de Romeinse tijd (erf 5) en een erf uit de overgang van de Romeinse tijd naar de vroege middeleeuwen (erf 6) gevonden.

Uit de Merovingische tijd stamt een huis van het type Odoorn A, met daarbij enkele hutkommen en een hooimijt (erf 7). Het huis wordt gedateerd in de 6e eeuw na Chr. en overlapt met de plattegrond van het huis uit de vroege ijzertijd. In het oosten van de opgraving zijn enkele houtskoolmeilers aangetroffen. Deze locatie moet jarenlang in gebruik zijn geweest, getuige twee meilers die zijn gedateerd in de laat-Romeinse tijd – begin van de vroege middeleeuwen en de vroege middeleeuwen D. Langs de meilers liep in deze periode een weg.

Na het verdwijnen van de bebouwing op het terrein raakte het in gebruik als akkerland, getuige de op het terrein aanwezige akkerlaag. Er zijn geen bewoningsresten uit de late middeleeuwen aangetroffen.

Vermeldenswaardig tenslotte is de aanwezigheid van een oude vegetatiehorizont uit het vroeg-mesolithicum die zich uitstrekt over het gehele onderzoeksterrein. In feite is dit een tweede archeologisch niveau. In deze laag zijn overigens geen archeologische resten aangetroffen.