Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv heeft een archeologisch booronderzoek uitgevoerd voor het wegtracé langs de N34 tussen het knooppunt ‘De Witte Paal’ ten zuidwesten van Hardenberg tot circa 2,7 km ten zuidwesten van de historische kern van Coevorden (provincie Overijssel). Aanleiding voor het archeologische onderzoek zijn de geplande werkzaamheden langs de N34 in het kader van de verbetering van de provinciale weg. Uit het in 2012 door BAAC uitgevoerde bureauonderzoek is gebleken dat een groot deel van het tracé een middelhoge tot hoge verwachting op het aantreffen van archeologische vindplaatsen heeft. De aanbeveling uit dat rapport betrof een verkennend booronderzoek uit te voeren. In overleg met de bevoegde overheid is besloten om het booronderzoek zowel verkennend als karterend in te steken.
Uit het booronderzoek, waarbij in totaal 717 boringen zijn geplaatst, is gebleken dat de bodem ter plaatse van een groot deel van het tracé intact is (ruim 60%). Indien de geomorfologische en bodemkundige ligging op die locaties waar de bodem deels intact is, gunstig is, kan een archeologische vindplaats aanwezig zijn. Dit geldt binnen het plangebied voor de aanwezige dekzandruggen en –welvingen en het met stuifzand bedekte dekzandgebied. Aan deze gebieden is een hoge archeologische verwachting toegekend. Aan de randzones rond de dekzandruggen is een middelhoge verwachting toegekend. De lager gelegen delen van het plangebied waren dermate nat, dat hier geen resten van nederzettingen en/of begraving worden verwacht. Wel kunnen hier aan water gerelateerde vondsten aanwezig zijn. De kans op het aantreffen van dergelijke resten is echter zeer gering. Op die locaties waar karterend is geboord maar waar geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen, worden geen vindplaatsen verwacht. Dit geldt eveneens voor de locaties die tot diep in de archeologisch relevante bodemhorizont zijn verstoord. Hier is de verwachting naar beneden toe bijgesteld tot een lage verwachting.