Een opgraving te Haarzuilens Kasteel de Haar, Châtelet
Kasteel de Haar bevindt zich ten westen van het dorp Haarzuilens en ligt in de gemeente Utrecht. De begrenzing van het onderzoeksgebied wordt gevormd door de muren van het châtelet en de gracht tussen het kasteel.
Reden tot het onderzoek vormden de restauratiewerkzaamheden aan de funderingen van het kasteel en châtelet. Het doel van het onderzoek was het uitvoeren van een archeologische opgraving waarbij de aanwezige archeologische waarden op een afdoende manier zouden worden gedocumenteerd en geregistreerd.
De archeologische verwachting had primair betrekking op bewoningssporen uit de periode late middeleeuwen – nieuwe tijd. Het ging hierbij met name om de verwachte resten van de voorburcht van kasteel de Haar.
Het archeologische onderzoek heeft uitgewezen dat de zuidoost- en zuidwestzijde van het châtelet op een deel van de ommuring van de voorburcht van kasteel de Haar zijn gebouwd. De muur kon aan de zuidoostzijde over een lengte van 12 meter worden gevolgd. Ter hoogte van de zuidtoren maakt de muur een knik. Vanaf de knik was de muur nog over een afstand van 3,40 meter in noordwestelijke richting te volgen, tot op het punt waarop het muurwerk werd afgebroken en is vervangen door restauratiewerk. Het muurwerk kan op basis van baksteenformaten gedateerd worden in de 14e of 15e eeuw. Door het ontbreken van andere resten van de voorburcht kunnen er geen uitspraken gedaan worden over de omvang, indeling en ontwikkeling. Mogelijk heeft dit deel van de voorburcht gelijktijdig gefunctioneerd met fase 31 van het kasteel, dat in deze periode bestond uit een ronde aanleg met zaalbouw en poorttoren. Door het ontbreken van vondst- en afbraakmateriaal ten gevolge van de bouw van het châtelet in de periode 1893-1912 zijn er helaas geen uitspraken te doen over activiteitenzones, verbouwingen en afbraak binnen het complex van de voorburcht.
De natuurlijke ondergrond is in het gehele châtelet min of meer vergelijkbaar. De bovenste 1,65 meter onder vloerniveau bestaat uit oeverwalsediment op beddingzand, hetgeen overeenstemt met de ligging van het onderzoeksgebied op een stroomgordel.