Skip to main content
Algemeen nieuwsNieuws BAACNieuws Nederland

Tussen het alledaagse en het sacrale

By 13 september 2023No Comments
Skyline van een landschap in de bronstijd.

Hoe een geul een prehistorisch nederzettings- én dodenlandschap van elkaar gescheiden houdt aan de Hekkeslag in Ewijk, gemeente Beuningen

In de winter van 2021/2022 heeft BAAC tussen Ewijk en Beuningen archeologisch onderzoek uitgevoerd in opdracht van de gemeente Beuningen. Hier is inmiddels de nieuwe wijk ‘Ecowieck’ in aanbouw. Vanwege de aanleg hiervan zijn aan de Hekkeslag vindplaatsen uit de prehistorie onderzocht. Tijdens de opgraving is een oude riviergeul aangetroffen met op de ene oever de resten van een nederzetting uit de midden-bronstijd (1500-1100 v.Chr.) en op de andere oever een plek van prehistorische begraving, herdenking en verering. Het gaat hier om een plaats met graven uit het einde van het midden-neolithicum (3400-2850 v.Chr.), het laat-neolithicum (2850-2000 v.Chr.) en de midden- en late ijzertijd (250-12 v.Chr.). Er zijn aanwijzingen dat dit terrein niet alleen werd gebruikt als begraafplaats, maar dat deze bijzondere plek millennia lang een rol vervulde in de sacrale beleving van de prehistorische bewoners.

Het landschap

Het gebied was lange tijd niet geschikt voor bewoning. Er stroomde een rivier die veel invloed had op het landschap. In het midden-neolithicum (4200-2850 v.Chr.) raakte de geul opgevuld en dat veranderde het landschap. Rond die tijd nemen mensen het hogere landschap naast de geul in gebruik en begint het verhaal van de lokale prehistorische bewoners.

De beker na stabilisatie en restauratie. Doordat het aardewerk zo zacht was, is de beker door de druk van de grond ingezakt. (@foto door Restaura).

De beker na stabilisatie en restauratie. Doordat het aardewerk zo zacht was, is de beker door de druk van de grond ingezakt. (@foto door Restaura).


Schematisch overzicht van de resultaten ten opzichte van de geulen (blauw), geplaatst op de hedendaagse kaart.

Schematisch overzicht van de resultaten ten opzichte van de geulen (blauw), geplaatst op de hedendaagse kaart.

Op de plaats waar twee waterlopen samenkomen, doorsnijden de geulen het restant van een hogere oude rug. Deze hogere en drogere rug, geaccentueerd door de nattere laagtes eromheen, is opvallend geweest voor de neolithische bewoners. Dit soort plekken spelen een belangrijke rol in de religieuze belevingswereld van zowel de christelijke als pre-christelijke mensen. Op dit stuk, hoog en droog, soms omringd door water, hield de prehistorische mens rituelen die met de dood te maken hadden.

Het dodenlandschap

Dit hogere deel in het landschap krijgt al in het midden-Neolithicum B een religieuze betekenis. Het wordt een terrein waar de doden worden begraven. Het oudste graf dat hier is aangetroffen dateert uit deze periode en bestaat uit de gecremeerde resten van mens én dier en een grafgift. Het graf is met behulp van  14C-onderzoek gedateerd rond 2900 v.Chr. De resten uit deze periode behoren in deze regio tot de Vlaardingen-Stein cultuur.

Op dezelfde hoge plek, 30 meter verderop, is veel later een graf uit het laat-neolithicum (2850-2000 v.Chr.) gemaakt. Dit behoort tot de Klokbekercultuur, vernoemd naar het kenmerkende klokvormige aardewerk van deze periode. In dit graf is een persoon in hurkhouding op de zij begraven, al is het lichaam vrijwel volledig vergaan. Met de dode zijn typerende giften meegegeven, namelijk een rijkversierde beker, meerdere vuurstenen pijlpunten, een vuurstenen mes en een fragment git (een fossiel van organische materiaal, ontstaan onder hoge druk).

  • Archeologisch onderzoek in de vroege ochtend aan de Hekkeslag in Ewijk.
    Archeologisch onderzoek in de vroege ochtend aan de Hekkeslag in Ewijk.
  • Pijlpuntje net gevonden.
    Pijlpuntje net gevonden.
  • Nieuwsgierig naar het graf.
    Nieuwsgierig naar het graf.
  • Archeologisch onderzoek aan de Hekkeslag in Ewijk.
    Archeologisch onderzoek aan de Hekkeslag in Ewijk.
  • Luchtfoto van de opgraving, waar de rechthoekige monumentgreppels zijn aangesneden. De opgevulde greppels zijn als lichte banen op de foto te zien, omdat ze later zijn opgevuld met lichtere aarde.
    Luchtfoto van de opgraving, waar de rechthoekige monumentgreppels zijn aangesneden. De opgevulde greppels zijn als lichte banen op de foto te zien, omdat ze later zijn opgevuld met lichtere aarde.
  • Sporen van een huis uit de bronstijd zoals aangetroffen bij de opgraving (boven) en de reconstructie die daarbij hoort (onder) (bron: hunebednieuwscafe.nl).
    Sporen van een huis uit de bronstijd zoals aangetroffen bij de opgraving (boven) en de reconstructie die daarbij hoort (onder) (bron: hunebednieuwscafe.nl).

Een monument met een rol voor paarden

Veel later is dezelfde plek weer interessant om er te vestigen, naast de nog zichtbare oudere grafheuvels. Uit de ijzertijd (800-12 v.Chr.) zijn enkele potten aangetroffen, enkele crematiegraven en vier forse monumenten in de vorm van rechthoekige en ronde greppels. Eén monument springt eruit: een vierkante structuur met greppels tot 2 meter breed, een diepte van 1 meter en een vlakke bodem. Aan de noordoostzijde is een plek gevonden van waaruit men de greppel kon betreden. In deze greppels zijn drie schedels en de onderbenen van paarden aangetroffen. Voor zover waarneembaar zijn hier geen doden in begraven. Het gaat dus om een monument met in de greppels markante vondsten. Dit monument vormt een ruimtelijke afscheiding tussen de neolithische en de ijzertijdgraven. Dit is een opvallend en contrasterend element in een ritueel landschap. Door al deze elementen interpreteren wij het als cultusplaats.

Aan de andere zijde van de geul, op de westelijke oever, werd het gebied in de midden-bronstijd B (1500-1100 v.Chr.) ideaal voor bewoning. Op de hoger gelegen oever kon men zich vestigen en in de omgeving was voldoende wild aanwezig om op te jagen en grasland om het vee te weiden. Hier zijn de sporen van zeker elf boerderijen aangetroffen, met daaromheen enkele bijgebouwen zoals schuren en spiekers, afrasteringen en een groot aantal opslagkuilen. In de lagere delen ging men het water halen uit een kuil.

Het verre verleden onder Ecowieck in kaart gebracht

We weten dus nu dat aan de Ewijkse Hekkeslag in de prehistorie is gewoond, gewerkt, begraven en vereerd. Al deze informatie roept nieuwe vragen op die we met het lopende onderzoek mogelijk kunnen beantwoorden. Hoe waren de erven ingericht en hoe gingen de mensen met de doden om? Hoe is het landschap door de tijd heen veranderd; wat hebben de mensen gegeten en welke dieren waren in de nederzetting aanwezig? We proberen ook grip te krijgen op het wereldbeeld van de mensen. Hoe zag men het landschap, de doden en het verleden (voorouders)? Het resultaat van dit gepuzzel zal een rapport zijn waarin een stukje van de (voor-)geschiedenis van Ewijk wordt verteld.

Over Stijn van As

Stijn van As

Stijn van As

Stijn van As is de projectleider van dit archeologische onderzoek. Hij is een ervaren archeoloog en werkt met veel plezier bij BAAC als projectleider van grote projecten met vindplaatsen daterend uit de prehistorie.

Voor meer informatie over het archeologische onderzoek kunt u contact opnemen met Stijn:

Wilt u een offerte aanvragen? Bel 073-6136219 of vul dit formulier in,
dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op.


Offerte aanvragen Contact opnemen