Archeobotanie en palynologie

Archeobotanie en palynologie is de studie van plantaardige resten die tijdens archeologisch onderzoek zijn aangetroffen. Het omvat zowel de analyse van kleine maar zichtbare macroresten als microresten (pollen, sporen, schimmels en resten van parasieten) die alleen met microscoop te zien zijn.

Macroresten worden door middel van zeven met verschillende maaswijdtes macroresten uit grondmonsters gehaald. Pollen worden uit bodemmonsters gehaald. Vervolgens worden ze met behulp van optische vergrootinstrumenten, moderne vergelijkingscollecties en referentieliteratuur geïdentificeerd.

Tijdens de archeobotanische analyse wordt er veel aandacht besteed aan het beoordelen van de complexe formatie-, depositie- en conservatieprocessen, om zo de representativiteit van het materiaal te evalueren.

Naast de grondmonsters worden er ook op andere plekken monsters genomen en bekeken zoals van het oppervlak van archeologische voorwerpen of uit tandsteen van skeletten.  In tandsteen blijft veel bewaard wat informatie kan geven over de gezondheid van mensen op basis van dieet en de aanwezigheid van parasieten.

Archeobotanie en palynologie geven antwoord op vragen over dieet, akkerbouw en -teelt, welke in het wild voorkomende planten werden verzameld, inrichting en aard (voedselrijk of voedselarm, nat of droog, etc.) van het landschap, het gebruik en de organisatie van ruimte op nederzettingen, en ritueel/symbolisch gebruik van planten.