Skip to main content
Algemeen nieuwsNieuws BAACNieuws Nederland

Een vroegmesolithisch crematiegraf, de oudst bekende begraving van Nederland

By 6 juli 2022No Comments
crematiegraf

In het tijdschrift Archeologie in Nederland (juni 2022, blz. 18-25) is een artikel verschenen over de oudst bekende begraving van Nederland. Het artikel is geschreven door Tom Hos, Raphaël Panhuysen, Michiel Meurs, Liesbeth van Beurden, Joyce van Dijk, Patrick Bringmans en Marcel Niekus. Het gaat om een vroegmesolithisch crematiegraf dat tijdens archeologisch onderzoek in 2017/2018 te Haps-Laarakker (Noord-Brabant) gevonden is. Collega Michiel Meurs is als fysisch antropoloog betrokken geweest bij het onderzoek van het graf en heeft meegewerkt aan het artikel.

Het archeologisch onderzoek op de Laarakker is uitgevoerd in opdracht van Regionaal Bedrijvenpark Laarakker vanwege de ontwikkeling van een industrieterrein. Tijdens het onderzoek is bijna 10 hectare vlakdekkend onderzocht. Hierbij is een enorm aantal sporen en vondsten uit het vroeg-mesolithicum tot en met de vroege middeleeuwen teruggevonden. Geomorfologisch gezien bevindt het gebied zich op een terrasrestrug, gelegen tussen oude geulen van het vlechtende riviersysteem van de Maas. Dit landschap is ontstaan in de laatste koude fase van de laatste ijstijd. De grote variatie in waterafvoer zorgde voor vele elkaar kruisende en snijdende geulen in het stroomgebied van de Maas. Tussen de geulen ontstonden kleine en grotere eilandjes die terrasrestruggen worden genoemd. Toen in het holoceen de Maas een meanderende rivier werd, viel dit gebied droog. Het reliëfrijke landschap en het vruchtbare rivierzand hebben voor een grote variatie aan flora en fauna gezorgd, waardoor het een aantrekkelijk gebied voor jagers en verzamelaars moet zijn geweest.

Het aantal mesolithische sporen is gering. Behalve het crematiegraf zijn slechts drie kuilhaarden teruggevonden. Het onderzoek heeft echter ook tienduizenden vuurstenen artefacten, fragmenten natuursteen, verkoolde hazelnootdoppen, houtskool en verbrand dierlijk bot van ree en wild zwijn opgeleverd. Hieruit blijkt dat het gebied volop gebruikt is. Microlithische spitsen (punten of inzetstukken van pijlen) domineren en schrabbers komen minder voor. Er wordt daarom gedacht dat sprake is van gespecialiseerde kampementen waar jachtgerei werd gerepareerd en vervangen.

crematiegraf

Fragmenten van het onderbeen van de overledene (foto Econsultancy)

Het crematiegraf bestaat uit een kuil waarin behalve crematieresten en houtskool ook vuurstenen artefacten en verkoolde hazelnootdoppen zijn aangetroffen. Het menselijk botmateriaal (iets meer dan 200 gram) bestaat voornamelijk uit fragmenten van de lange beenderen, wervels en schedel. Vermoedelijk is hier een volwassen man begraven. Twee fragmenten verbrand bot en een fragment houtskool zijn door middel van C14-onderzoek gedateerd. Dit heeft een datering voor het graf tussen 7803 en 7582 voor Chr. opgeleverd, in het laatste deel van het vroeg-mesolithicum.

Morfologisch kunnen we op basis van de wortelformatie van de tweede snijtand (mandibulair) de minimumleeftijd vaststellen op 9,7 jaar. De botstructuur wijst daarnaast op een volwassen leeftijd (ouder dan 18). Het geslacht van de overledene kan op basis van morfologische kenmerken niet worden bepaald. Omdat de spieraanhechtingen op het bot vrij groot zijn, vermoeden we dat het om een man gaat. Pathologische verschijnselen zijn niet waargenomen. Er was geen duidelijke crematiebol zichtbaar in het spoor, en vermoedelijk zijn de crematieresten zonder container (denk aan een leren zak of iets dergelijks) in de kuil gedeponeerd. De kenmerken van de verbrande botresten wijzen op een temperatuur van de crematie van 650-800 graden Celsius.

Hoewel in Nederland wel eerder mesolithische graven zijn gevonden, is het aantal gering. Bovendien zijn deze graven in alle gevallen jonger en stammen uit met midden- of laat-mesolithicum. Toch zijn er wel overeenkomsten tussen de mesolithische graven. De crematieresten zijn van één individu en bevinden zich in de meeste gevallen in de vulling van een kuil. Op basis van leeftijdsbepaling lijkt het vooral te gaan om jongere individuen. Hierbij valt op dat gezien het gewicht van de crematieresten niet altijd complete individuen in de kuil aanwezig zijn. De crematie lijkt elders te hebben plaatsgevonden waarna een deel van de resten is verzameld en in de kuil is bijgezet. Voor het crematiegraf van Haps-Laarakker geldt dat de vuurstenen artefacten ook op de brandstapel hebben gelegen. Mogelijk gaat het om een persoonlijke voorraad grondstof en halffabricaten van de begraven individu.

Wilt u een offerte aanvragen? Bel 073-6136219 of vul dit formulier in,
dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op.


Offerte aanvragen Contact opnemen